MySQL error /home/jacob/domains/loggy.nl/public_html/logs/layout.php on line 83
insert into online values
(
'',
   '',
   '1713868797',
   '18.216.94.152',
   'vito-/'
)


Incorrect integer value: '' for column `jacob_weblog`.`online`.`userid` at row 1
URL: /
IP: 18.216.94.152
UserAgent: Mozilla/5.0 AppleWebKit/537.36 (KHTML, like Gecko; compatible; ClaudeBot/1.0; +claudebot@anthropic.com)

Post:
Array
(
)


GET:
Array
(
    [gebruikersnaam] => vito
)


Sorry, there was an error, we are notified of the issue and will be resolved as soon as possible
Vito Duitse Herder - Home
Hoe werkt het? Klik hier
Begin pagina
loggy.nl Home
Weblog maken
RSS Feed

Wie ben ik?

Vito

Mijn mamma



Mijn pappa

Canyon von der Lars Aue

Rasbeschrijving
en meer van de Duitse Herder
Rasbeschrijving e.d.

Foto's van Vito

Eerste foto's


Eerste foto's


Hier ben ik 4 weekjes jong

En hier ben ik alweer 6 weekjes en leer ik mijn nieuwe baasjes kennen! Ik vond het wel een beetje eng hoor!


18:23:50 13 Januari 2011 Permanente link Reacties (1)

Rasbeschrijving e.d.


Rasstandaard met ingang van 1-1-2010
De Duitse Herdershond ontstond omdat een man zich zo verveelde; zo luidt het verhaal. Bij een militaire oefening waarbij hij op wacht moest staan, observeerde een jonge adjudant een herder in het Rijngebied. Van wat hij daar zag was hij onder de indruk; honden die door een bevel of een armbeweging een reusachtige schaapskudde van de ene plaats naar de andere brachten, onvermoeibaar en precies. Max von Stephanitz – zo heette de bijna 30-jarige officier, besloot deze honden te gaan fokken.

De standaard van de Duitse Herdershond is opgesteld in de eerste ledenvergadering te Frankfurt aan Main op 20 september 1899 volgens de voorstellen van A. Meyer en M. Von Stephanitz.

KORT HISTORISCH OVERZICHT

Officieel zijn deze bepalingen vastgesteld door de Verein für Deutsche Schäferhunde (S.V.) met als zetel Augsburg. De S.V. is opgenomen in het Verband für das Deutsche Hundewesen (V.D.H.) en is als stichtingsvereniging van het ras verantwoordelijk voor de rasstandaard van de (F.C.l.) Federation Cynologique International Standaard nr. 166/30.081991/D. Duitse Herdershond. Land van oorsprong: Duitsland. F.C.I.-Classificatie: groep 1 Herders- en Veedrijvershonden, sectie 1 Herdershonden met werkproef. Gebruik: veelzijdige gebruiks-, herders- en dienstgebruikshond.

1. ALGEMEEN VERSCHIJNINGSBEELD.De Duitse Herdershond is middelgroot, licht gestrekt, krachtig en goed gespierd, de knoken zijn droog en de totaalstructuur is vast. Belangrijke verhoudingen in maat: De schofthoogte bedraagt voor reuen 60 tot 65 cm, bij teven 55 tot 60 cm. De romplengte overtreft de maat van de schofthoogte met ongeveer 10 tot 17%.

2. KARAKTER. De Duitse herdershond moet in zijn karakter beeld evenwichtig, zenuwvast, zelfverzekerd, absoluut onbevangen en (zonder prikkeltoestand) volkomen goedaardig zijn. Daarbij is hij opmerkzaam en handelbaar. Hij moet moed, strijddrift en hardheid bezitten om als geleide-, waak-, verdedigings-, dienst-, en herdershond geschikt te zijn.

3. KOP. De kop is wigvormig, in overeenstemming met de lichaamsgrootte (ongeveer 40% van de schofthoogte), zonder plomp of overstrekt te zijn, in het totaal droog en tussen de oren matig breed. Het voorhoofd is van voren en van opzij gezien slechts weinig gewelfd en zonder of slechts met zwak aangeduide middengroef.

De verhouding tussen bovenschedel en gezichtsgedeelte bedraagt 50% - 50%. De breedte van de bovenschedel komt ongeveer overeen met de lengte van de bovenschedel.


De bovenschedel gaat (van boven gezien) van de oren tot de punt van de neus, gelijkmatig verkleinend via een schuin verlopende, niet scherp gevormde stop over in het wigvormig verlopende gezichtsdeel (vang) van de kop. Boven en onderkaak zijn krachtig ontwikkeld. De neusrug is recht, een dip of welving is niet gewenst.De lippen zijn strak, goed sluitend en van donkere kleur.

4. NEUS. Deze moet zwart zijn.

5. GEBIT. moet krachtig, gezond en volledig zijn (42 tanden volgens de tandformule). De Duitse Herdershond heeft een schaargebit, dat wil zeggen dat de snijtanden als een schaar in elkaar moeten grijpen, waarbij de snijtanden van de bovenkaak als een schaar over die van de onderkaak snijden. Tanggebit, boven voor- en onder voorbijten is foutief, evenals grotere tussenruimtes tussen de tanden (plaatsing met leemten).

Foutief is eveneens een recht vlak van de snijtanden. De kaakbeenderen moeten krachtig ontwikkeld zijn opdat de tanden diep in het tandbeen ingeworteld kunnen zijn.

6. OGEN. De ogen zijn middelgroot, amandelvormig, iets schuin liggend en niet uitpuilend. De kleur van de ogen moet zo donker mogelijk zijn. Lichte, priemende ogen zijn niet gewenst, aangezien ze afbreuk doen aan de uitdrukking van de hond.

7. OREN. De Duitse Herdershond heeft staande oren van middelmatige grootte, die rechtop en gelijk gericht gedragen worden (niet zijwaarts getrokken). Ze lopen spits uit en zijn met de oorschelp naar voren gericht. Tip- en hangoren zijn foutief. In beweging of in rusttoestand naar achteren gericht gedragen oren zijn niet foutief.

8. HALS. De hals moet krachtig, goed bespierd en zonder losse keelhuid (wammen) zijn. De hoek ten opzichte van de romp (een horizontale lijn) bedraagt ongeveer 45%.

9. LICHAAM. De bovenbelijning verloopt, zonder een zichtbare onderbreking, vanaf de halsaanzet over de goed ontwikkelde schoft en over de rechte rug tot aan de licht afvallende croupe.
De rug is  matig lang vast, krachtig en goed bespierd.
De lendenen zijn breed, kort krachtig gevormd en goed bespierd.
De croupe moet lang en licht afvallend zijn (ongeveer 23% ten opzichte van een horizontaIe lijn) en zonder onderbreking van de bovenbelijning overgaan in de staartaanzet.
De borst moet matig breed zijn, de onderborst zo lang mogelijk en uitgesproken. De borstdiepte moet ongeveer 45 tot 48% van de schofthoogte bedragen.
De ribben behoren een matige welving te tonen, een tonvormige borst is net zo foutief als vlakke ribben.
De staart reikt minstens tot aan het spronggewricht, evenwel niet over het midden van de achtervoet. Ze is aan de onderzijde iets langer behaard en wordt in een licht afhangende boog gedragen, waarbij ze in opwinding en bij beweging meer opgeheven gedragen wordt, evenwel niet boven de ruglijn. Operatieve correcties zijn verboden.

10. LEDEMATEN. Voorhand. De voorste ledematen zijn van alle zijden bezien recht en van voren bezien absoluut parallel. Schouderblad en opperarmbeen zijn van gelijke lengte en door middel van krachtige bespiering vast tegen het lichaam gelegen. De hoeking van schouderblad en opperarm bedraagt in het ideale geval 90%, doorgaans tot 110%.

De ellebogen mogen noch in stand noch in de beweging uitgedraaid worden en evenmin naar binnen qedrukt zijn. De onderarmen zijn van alle zijden bezien recht en absoluut parallel staande ten opzichte van elkaar, droog en vast bespierd. De voormiddenvoet heeft een lengte van ongeveer eenderde van de onderarm en heeft een hoeking met deze van ongeveer 20% tot 22%. Zowel een te schuin staande voormiddenvoet (meer dan 22%) als een te steil staande voormiddenvoet (minder dan 22%) beïnvloeden de gebruiksgeschiktheid, in het bijzonder het uithoudingsvermogen.
De poten zijn rond, goed gesloten en gewelfd. De voetzolen zijn hard maar niet bros. De nagels zijn krachtig en van donkere kleur.

Achterhand. de plaatsing van de achterpoten is licht terugstaand, waarbij de achterste ledematen van achteren bezien parallel ten opzichte van elkaar staan. Boven- en onderschenkel zijn van ongeveer gelijke lengte en vormen een hoek van ongeveer 120%.

De dijen zijn krachtig en goed gespierd. De spronggewrichten zijn krachtig gevormd en vast. De achtermiddenvoet staat loodrecht onder het spronggewricht.

De voeten/tenen zijn gesloten, licht gewelfd, de zolen hard en van donkere kleur, de nagels krachtig, gewelfd en eveneens donker van kleur.

11. GANGWERK. De Duitse Herdershond is een draver. De ledematen moeten in lengte en hoekingen zo op elkaar afgestemd zijn dat zij, zonder wezenlijke verandering van de rugbelijning, de achterhand tot aan de romp verplaatsen kunnen en met de voorhand net zo ver kunnen uitgrijpen.

Iedere neiging tot overhoeking van de achterhand vermindert de vastheid en het uithoudingsvermogen en daarmee de gebruikswaarde. Bij correcte verhoudingen in de bouw en hoekingen is een ruim uitgrijpend, vlak over de bodem gaand gangwerk mogelijk, dat de indruk geeft van voorwaarts gerichte, moeiteloze bewegingen. Bij een naar voren geschoven hoofd en licht opgeheven staart ziet men bij een gelijkmatige en rustige draf een vanaf de oorpunten over de nek en de rug tot aan de punt van de staart licht gebogen en niet onderbroken rugbelijning.

12. HUID. De huid is (los) aanliggend zonder evenwel plooien te vormen.

13. BEHARING. De Duitse Herdershond wordt in twee haarvariëteiten gefokt: stokhaar en langstokhaar, beide met onderwol. Stokhaar met onderwol:  het dekhaar moet zo mogelijk dicht, op correcte wijze hard en vast aanliggend zijn. Aan de kop is het haar, met inbegrip van de binnenzijde van de oren, aan de voorzijde van de ledematen, op poten en tenen, kort en aan de hals wat langer en sterker behaard. Aan de achterzijde van de benen is het haar langer tot aan het polsgewricht. Aan de achterzijde van de dijen vormt het een matige broek. Langstokhaar met onderwol:  het dekhaar is lang, zacht en niet vast aanliggend, met waaiers/pluimen aan oren en benen, vol behaarde broek en  zeer vol behaarde  staart  naar beneden waaiervormig. Aan het hoofd met daarbij inbegrepen de binnenkant van oren en de voorkant van de ledematen, aan
de benen en tenen kort. Maar aan de hals langer en sterker behaard, daarbij nagenoeg manen vormend. Aan de achterkant van de benen wordt het haar langer tot  aan het middenvoorvoet gewricht respectievelijk het spronggewricht en vormt aan de achterkant van de dijen een duidelijke volle broek.

14. KLEUREN. Zwart met roodbruine, bruine, gele tot helgrauwe aftekening, éénkleurig zwart en grauw, bij grauw donker gewolkt, zwart zadel en masker. Onopvallende, kleine witte borstvlekken evenals zeer lichte binnenzijde zijn toegelaten maar niet gewenst. De neusspiegel moet bij alle kleurslagen zwart zijn. Ontbrekend masker, lichte tot priemende oogkleur evenals lichte tot witachtige aftekening aan borst en binnenzijden, lichte nagels en rode staartpunt duiden op pigmentzwakte. De onderwol vertoont een lichte grauwe tint. De kleur wit is niet toegelaten.

15. GROOTTE EN GEWICHT. Reuen: schofthoogte 60 tot 65 cm. gewicht 30 tot 40 kg. Teven: schofthoogte 55 tot 60 cm. gewicht 22 tot 32 kg.

Bron: http://www.duitseherder.nl



 


19:55:56 12 Januari 2011 Permanente link Reacties (1)

Canyon von der Lars Aue


Dit is mijn pappa Canyon von der Lars Aue:


19:40:54 12 Januari 2011 Permanente link Reacties (0)


Dit is mijn mamma, Goldy aus Famke´s Zauberwald:


19:39:10 12 Januari 2011 Permanente link Reacties (3)

Vito


Hoi! Ik ben Vito! Ik ben een langharige Duitse Herder, geboren op 26 november 2010.

Mijn mamma is Goldy aus Famke´s Zauberwald 

Mijn pappa is Canyon von der Lars Aue

En hier kom ik vandaan: http://www.zauberwald.nl

Sinds 20 januari 2011 woon ik bij mijn baasjes en hun 2 Maine Coons in Apeldoorn. Op deze website zullen jullie al mijn belevenissen kunnen volgen!


19:33:11 12 Januari 2011 Permanente link Reacties (2)

Outlet NL female 140915 - 030216 468x60


Weblog